Koninkrijken der Renaissance
Advertisement

Inleiding[]

De Hollandse Grondwet werd op 7 mei 1455 officieel aangekondigd aan het Hollandse volk door de toenmalige Graaf Jeanjacob de Gilraen. Het grootste deel is gebaseerd op de oude Vlaamse grondwet en werd voor het overgrote deel geschreven door Graaf Jeanjacob.

De grondwet werd reeds een aantal malen aangepast, en de belangrijkste verandering betreft waarschijnlijk die over de bescherming van de grondwet op vraag van Ghislenus de Ligne.

A. Boek 1: De Hollandse Grondwet[]

De grondwet zoals goedgekeurd door de eerste raad van Holland.

A.I. Opus 1: Het bestuur van het Graafschap[]

A.I.1. Artikel 1.[]

De eenheid van het Graafschap primeert boven de graaf en zijn raad.

A.I.2. Artikel 2.[]

De Graaf van Holland is de suzerein en de hoogste autoriteit van het Graafschap Holland.

  • A.I.2.a Artikel 2.1.
    • De Graaf van Holland is een vazal van de keizer van het Heilig Roomse Rijk. Hij moet hem trouw zweren, en moet wetten opstellen die niet in tegenspraak zijn met keizerlijke besluiten.
  • A.I.2.b Artikel 2.2.
    • De graaf van Holland wordt verkozen door de raad van Holland van tussen zijn leden voor de duur van het mandaat van de raad.
  • A.I.2.c Artikel 2.3.
    • De Graaf kan als hoogste autoriteit van het Graafschap enkel berecht worden door het keizerlijk Hooggerechtshof.


A.I.3. Artikel 3.[]

De Graaf van Holland wordt bijgestaan door een raad van elf verkozen raadsleden.


A.I.4. Artikel 4.[]

De graafschappelijke raad van het Graafschap Holland, heeft de taak de grootsheid en kracht van Holland te bevorderen, en moet ervoor zorgen dat iedereen gehoord wordt en het geluk en welzijn van eenieder Hollander garanderen.


A.I.5. Artikel 5.[]

De Graaf en zijn raad mogen ontslag nemen voor zware en ernstige redenen.

  • A.I.5.a Artikel 5.1.
    • Een nieuwe Graaf zal herverkozen worden van tussen de raadsleden zoals dit het geval is bij normale verkiezingen.
  • A.I.5.b Artikel 5.2.
    • Het ontslagnemende raadslid zal door de volgende naam op de electorale lijst waarmee deze verkozen werd vervangen worden. In het geval dat er geen enkele kandidaat van de desbetreffende electorale lijst meer beschikbaar is, zal de Graaf een kandidaat voorleggen aan de raad. Hierover zal vervolgens gestemd worden.


A.I.6. Artikel 6.[]

Een motie van wantrouwen(=gedwongen ontslagname uit de raad) tegen een raadslid kan worden aangevraagd indien ze de handtekening van op zijn minst 6 raadsleden bevat. Deze motie moet met 8 stemmen, graaf incluis, worden goedgekeurd. Een raadslid kan uit de raad gezet worden indien hij zich schuldig heeft bevonden aan:

  • Verraad naar het Graafschap toe.
  • Verraad naar de raad toe, na berechting door de raad.
  • een lange, onaangekondigde en onverklaarde afwezigheid (4 dagen zonder nieuws of voorafgaande waarschuwing).
  • Het gebruik van zijn macht voor zijn eigen welzijn.
  • Het niet respecteren van de wetten van het Graafschap Holland.


A.I.7. Artikel 7.[]

Een motie van wantrouwen tegen de graaf kan worden aangevraagd indien ze de handtekening van op zijn minst 6 raadsleden bevat. Deze motie moet met 8 stemmen van de 11 raadsleden, graaf exclusief, worden goedgekeurd. Een Graaf kan uit zijn functie ontheven worden indien hij zich schuldig heeft bevonden aan:

  • Verraad naar het Graafschap toe.
  • Verraad naar de raad toe, na berechting door de raad.
  • een lange, onaangekondigde en onverklaarde afwezigheid (4 dagen zonder nieuws of voorafgaande waarschuwing).
  • Het gebruik van zijn macht voor zijn eigen welzijn.
  • Het niet respecteren van de wetten van het Graafschap Holland.
  • Het niet in achting nemen van de raad en zijn besluiten.


A.I.8. Artikel 8.[]

De Graaf geeft een deel van zijn macht af aan de raadsleden. De 9 belangrijke posten worden door de graaf onder de raadsleden verdeeld. De Graaf heeft het recht om op elk moment de posten te herverdelen. Deze belangrijke posten zijn:

  • A.I.8.a Artikel 8.1.
    • De minister van Handel dirigeert de handel in het Graafschap, en zorgt voor de goederen en bezittingen van het Graafschap. Hij houdt zich eveneens bezig met alles wat betrekking heeft tot handel met andere graafschappen. Hij stippelt het economische beleid van het Graafschap uit.
  • A.I.8.b Artikel 8.2.
    • De mijnopzichter staat in voor het onderhoud en beheer van de mijnen en groeves.
  • A.I.8.c Artikel 8.3.
    • De baljuw staat in voor het beheer van het budget, en van de dieren van het Graafschap.
  • A.I.8.d Artikel 8.4.
    • De kapitein staat aan het hoofd van en dirigeert en organiseert het reguliere leger van het Graafschap Holland.
  • A.I.8.e Artikel 8.5.
    • De sergeant staat in voor bevoorrading en bewapening van de veldwachters en het leger.
  • A.I.8.f Artikel 8.6.
    • De schout is verantwoordelijk voor de veiligheid binnen en buiten de Hollandse steden. Hij is het hoofd van de veldwachters van het Graafschap.
  • A.I.8.g Artikel 8.7.
    • De rechter is verantwoordelijk voor de rechtsspraak van het Graafschap, in overeenkomst met de wetten die van kracht zijn.
  • A.I.8.h Artikel 8.8.
    • De openbare aanklager leidt de processen in goede banen. Hij staat eveneens in voor het opstarten van rechtszaken.
  • A.I.8.i Artikel 8.9.
    • De woordvoerder staat in voor de communicatie tussen de raad en het volk en zijn verkozen burgemeesters.
  • A.I.8.j Artikel 8.10.
    • De kanselier staat aan het hoofd van de kanselarij en is verantwoordelijk voor de betrekkingen met de overige graafschappen en hertogdommen.
  • A.I.8.k Artikel 8.11.
    • De Minister van Educatie staat aan het hoofd van de hoofdmentoren. Hij kan echter geen hoofdmentor aanstellen, danwel ontslaan. De Minister van Educatie is verantwoordelijk voor de Universiteit.


A.I.9. Artikel 9.[]

De cumulatie van ambten is verboden.

  • A.I.9.a Artikel 9.1.
    • Raadsleden mogen niet deelnemen aan gemeentelijke verkiezingen.
  • A.I.9.b Artikel 9.2.
    • Raadsleden mogen niet en raadslid en burgemeester zijn, behalve wanneer er nog minder dan 1 week van het mandaat overblijft of de economische situatie een behoud van de post vereist.
  • A.I.9.c Artikel 9.3.
    • De raadsleden moeten met een meerderheid goedkeuren of iemand al dan niet burgemeester EN raadslid mag blijven na verkiezingen van de raad. De betreffende persoon mag niet meestemmen. Indien de raad het niet toestaat, moet de betreffende persoon ontslag nemen van een der beide posten.
  • A.I.9.d Artikel 9.4.
    • Indien de economische situatie het vereist, mag een raadslid, na goedkeuring van de raad, een tweede mandaat als burgemeester afleggen.


A.II. Opus 2: De verkiezingen[]

A.II.1. Artikel 1.[]

De burgers verkiezen een graafschappelijke raad voor een mandaat van 60 dagen.


A.II.2. Artikel 2.[]

De raadsleden kiezen een Graaf van tussen hen door middel van een stemming met meerderheid.


A.II.3. Artikel 3.[]

Het beheer van de dorpen wordt door de Graaf overgedragen naar de burgemeesters. De burgemeesters worden door de inwoners van het betreffende dorp verkozen voor een mandaat van 30 dagen.

A.III. Opus 3: Over de wetgevende macht van de raad[]

A.III.1 Artikel 1.[]

De eenheid van het Graafschap primeert boven de graaf en zijn raad.


A.III.2. Artikel 2.[]

De graaf en elk raadslid mogen een wet of decreten voorstellen of de wijziging of verwijdering ervan, of de toevoeging, een amendement of de verwijdering van een artikel uit de grondwet.

  • De debatten mogen niet langer duren dan één week
  • Na het debat, moet de toevoeging, amendement of verwijdering van een wet, een decreet, of een artikel uit de grondwet worden onderworpen aan een stemming.
  • Ieder raadslid beschikt over één stem.
  • Een stemming duurt maximaal 4 dagen. Hij is pas geldig wanneer de meerderheid van de raad zich heeft gestemd en zich heeft uitgesproken. De meerderheid, dus 7 stemmen (of 6 en één blanco stem) staat toe een nieuwe wettekst, decreet, of artikel te valideren.
  • Deze wetten en decreten moeten door de woordvoerder worden aangekondigd aan het volk.
  • De wetten en decreten gaan de dag na de aankondiging ervan van kracht. Ze zijn niet retroactief.
  • Eenmaal gestemd, moet de wet, het decreet, of het artikel van de grondwet worden gesigneerd met de zegel van het graafschap.


A.III.3. Artikel 3.[]

In geval van aangekondigde afwezigheid, mogen de raadsleden een volmacht geven aan een ander raadslid om in zijn naam te stemmen. Indien dit niet gebeurd zal de afwezige steeds blanco stemmen.


A.III.4. Artikel 4.[]

Voor de veiligheid van het graafschap, en in geval van nood( = ernstige economische crisis, oorlog, opstand, ….) mag de Graaf tijdelijke nooddecreten of wetten van kracht laten gaan. Na 2 dagen moet de raad gestemd hebben over deze nooddecreten of noodwetten. Indien niet alle raadsleden zich dan hebben uitgesproken, zal de meerderheid van het aantal raadsleden die gestemd hebben beslissen.

  • Deze wetten en decreten moeten worden aangekondigd aan het volk.


A.III.5. Artikel 5.[]

Indien de raad het nodig acht, kan ze de staat van beleg uitroepen. Dit houdt in dat:

  • Alle burgers gemobiliseerd worden,
  • Alle grenzen gesloten worden, behalve voor bondgenoten,
  • De Graaf over de bijzondere krachten van Artikel 4. beschikt,
  • Alle niet-Hollanders zich moeten aanmelden bij de schout,
  • Alle Hollanders terug moeten keren naar Holland, indien mogelijk.


A.III.6. Artikel 6.[]

Elke wet afkomstig van de keizer van het Sacrum Romanorum Imperium Nationis Germanicae geldt in het graafschap Holland en primeert boven graafschappelijke wetten.


A.III.7. Artikel 7.[]

Elke burger heeft het recht om een wetsvoorstel in te dienen. Binnen de 10 dagen moet de burger een antwoord krijgen en moet het wetsvoorstel zijn besproken.


A.III.8. Artikel 8.[]

De rechter heeft de plicht om een vonnis te vellen in een zaak waarbij een derde of het graafschap schade heeft geleden en waarbij de betreffende wet onbestaande of onduidelijk is. In geval van afwezigheid van een specifieke wet, moet de rechter een oordeel vellen volgens zijn juridisch verstand. Later zal, in een gelijkaardig geval, zijn beslissing de macht van een wet hebben, totdat de graaf en zijn raad en passende wet hebben goedgekeurd.

A.IV. Opus 4: Over de statuten van de dorpen en hoofdstad.[]

A.IV.1. Artikel 1.[]

Het graafschap bestaat uit een hoofdstad en verschillende dorpen alsook uit verschillende heerlijkheden. De hoofdstad is de centrale machtsplaats van het graafschap, en het kasteel van de Graaf van Holland bevind zich er. De dorpen zijn verzamelplaatsen voor een gemeenschap van personen uit het Graafschap. De Heerlijkheden zijn deze die geregistreerd zijn door de herauten en de graaf kan ze toekennen aan personen als beloning.


A.IV.2. Artikel 2.[]

De burgemeesters moeten trouw zweren aan de Graaf van Holland.


A.IV.3. Artikel 3.[]

De burgemeester, bijgestaan door zijn hoofdveldwachter, is belast met de taak om te waken op de goede naleving van de graafschappelijke en keizerlijke wetten. Hij moet, met behulp van zijn hoofdveldwachter, de openbare aanklager op de hoogte houden van eventuele schendingen van de wetten die ze hebben vastgesteld. Elke vorm van nalatigheid zal beschouwd worden als verraad en zal volgens de gepaste wetten bestraft worden.


A.IV.4. Artikel 4.[]

De burgemeester kan rechtszaken beginnen voor gevallen van slavernij, oplichting, verstoring van de openbare orde of speculatie die hebben plaatsgegrepen in zijn dorp. Voor elk ander geval of voor gevallen die een verder en meer diepgaand onderzoek vereisen, moet de burgemeester het overlaten aan de openbare aanklager en de schout van het Graafschap.


A.IV.5. Artikel 5.[]

De burgemeester is verantwoordelijk voor het beheer en de economische, sociale en commerciële ontwikkeling van zijn dorp. Samen met de raad legt hij de verkoopsprijzen en de prijzen van de automatische aankoop vast. De burgemeester mag overschotten en goedkopere goederen kopen voor de rekening van het dorp en ze herverkopen op de dorpsmarkt, op de provinciale markt, of aan handelaars met een contract, met een winstmarge voor de economische gezondheid van het dorp. De burgemeester, als beheerder van zijn dorp, kan niet beschuldigd worden van speculatie. Elk misbruik voor eigen welzijn of eigen profijt is strafbaar volgens de graafschappelijke wetten.


A.IV.6. Artikel 6.[]

In geval van onmogelijkheid om zijn ambt op een degelijke wijze te beoefenen, of wegens slecht beheer van het dorp, kunnen de Graaf en zijn raad de burgemeester in functie uit zijn functie ontzetten en een andere persoon, aangewezen door de raad, aan de macht zetten. Deze vervanger mag voorgedragen worden door de stadsraad of mag een raadslid zijn. Eens deze persoon aan de macht is in het dorp, blijft hij rechtmatig burgemeester tot aan de volgende verkiezingen.


A.IV.7. Artikel 7.[]

De burgemeester mag ontslag nemen van zijn functie voor ernstige redenen. Hij moet echter wel schriftelijk de toestemming van de Graaf vragen zodat deze de overgang tussen de ontslagnemende burgemeester en zijn vervanger kan regelen.

A.V. Opus 5: Over het persoonsrecht[]

A.V.1. Artikel 1.[]

Elke persoon in het bezit van hun erf op het Hollands grondgebied van het graafschap wordt beschouwd als een resident. (= level 0)


A.V.2. Artikel 2.[]

Elke persoon die eigenaar is van een akker of veld en met zijn erf op het grondgebied van het graafschap wordt als “burger van het graafschap” beschouwd. (= level 1 en hoger)


A.V.3. Artikel 3.[]

Elke resident van het graafschap heeft het recht om de bescherming van het graafschap in te roepen, het recht om te werken, het recht om een akker of veld te kopen (en dus burger te worden), en het recht zich aan te sluiten aan groepen die de wetten van het graafschap respecteren.


A.V.4. Artikel 4.[]

Elke resident van het graafschap heeft het recht een klacht in te dienen wanneer hij of zij het slachtoffer is van een misdaad beschreven in het wetboek van het graafschap.


A.V.5. Artikel 5.[]

Elke burger van Holland heeft de plicht zijn steentje bij te dragen aan de goede werking van de gemeenschap door de cijnzen te betalen, en door het Hollandse leger te dienen indien nodig.


A.V.6. Artikel 6.[]

Elke resident van Holland, die beschuldigd wordt van één of andere misdaad, heeft het recht op een eerlijk proces en een advocaat pro-deo.


A.V.7. Artikel 7.[]

Het graafschap Holland erkent het recht op mening, vrije meningsuiting en betoging voor zijn residenten.


A.V.8. Artikel 8.[]

Alle residenten van Holland, ongeacht hun geslacht of afkomst, hebben dezelfde rechten in Holland.


A.V.9. Artikel 9.[]

Alle residenten van Holland hebben het recht om de gratie van de Graaf te verzoeken indien ze schuldig zijn bevonden in een proces.

A.VI. Opus6. : Over de talen van het Graafschap[]

A.VI.1. Artikel 1.[]

De voertaal van het Graafschap Holland is het Nederlands. (Andere talen zijn niet toegelaten)

  • A.IV.1.a Artikel 1.1.
  • De voertaal wordt door alle inwoners van het Graafschap gebruikt op openbare plaatsen (gespecifieerd als fora,herbergen, de rechtbank).
  • A.IV.1.b Artikel 1.2.
    • De Engelse taal is de enige taal die naast het Nederlands gevoerd mag worden en dan enkel op specifiek in artikel 1.2.1 genoemde plaatsen.
      • Artikel 1.2.1.
        • Plaatsen waar de Engelse taal naast het Nederlands gevoerd mag worden:
          • Foreign department
          • Herbergen die op het aankondigingsbord 'English allowed' hebben staan
  • A.VI.1.c Artikel 1.3.
    • Dit charter moet een duidelijke taalregelgeving bevatten die het Nederlands niet mag verbieden en geen enkele andere taal dan het Nederlands voorrang mag verschaffen)

A.VI.2. Artikel 2.[]

Officiële instellingen communiceren enkel in de voertaal.

  • A.IV.2.a Artikel 2.1.
    • Alle medewerkers van dergelijk instituut dienen de voertaal autonoom te kunnen gebruiken (geen hulpmiddelen).
Advertisement