Het Aristotelische Credo zoals vertaald werd vanuit het Frans door monseigneur Sjnoel de Gilraen in 1455 en lichtelijk aangepast, met goedkeuring, door graaf Ghislenus de Ligne in 1456.
Credo[]
- Ik geloof in God, de Allerhoogste en Almachtige,
- Schepper van Hemel en Aarde,
- Hel en Paradijs,
- rechter van onze ziel aan het uur van de dood.
- En in Aristoteles, Zijn profeet,
- de zoon van Nicomacus en Phaetis,
- gestuurd om de wijsheid en de goddelijke wetten van het Heelal
- aan de verdwaalde Mens te onderwijzen.
- Ik geloof eveneens in Christos,
- de geborene van Maria en Giosep.
- Hij heeft zijn leven gewijd om ons de weg naar het Paradijs te tonen.
- Hij is, na geleden te hebben onder Pontius,
- door marteling gestorven om ons te redden.
- Hij is naar de Zon opgestegen,
- waar Aristoteles aan de rechterzijde van de Allerhoogste op hem wachtte.
- Ik geloof in de Goddelijke Daad;
- In de Heilige Rooms-Aristotelische Kerk, Een en Ondeelbaar;
- In de Heilige communie;
- In de vergeving van de zonde;
- En in het Eeuwige Leven.
- AMEN